Nu loop ik echt al anderhalve dag te zingen en te neuriën.
En dan met name tijdens het optuigen van de Kerstboom, wat ik een
verschrikkelijk heerlijk werkje vind. Zalig rommelen in het Nu en, toegegeven, ook
een tikje nostalgisch in het verleden als ik het Koekemannetje begroet en
allerhande zelfgebakken engelen (brooddeeg).
Ik heb me herhaaldelijk
afgevraagd waarom onze kinderen deze versierpassie niet met mij delen.
Langzamerhand begint het tot me door te dringen dat het dáar waarschijnlijk
fout is gegaan: delen! Het zou zo maar kunnen dat ik gewoon nooit heb begrepen
dat er meer manieren van de kerstboom optuigen in omloop zijn, of dat de
meningen over het resultaat weleens uiteen zouden kunnen lopen. Ik voel me zo op en top vredig dat
ik deze overwegingen oordeelloos voorbij laat gaan.
Wat ik dan zoal zing en neurie? Ja, dat is even gek.. Het
gaat om een lied van van Kooten en de Bie uit 1983: “Balle in me buik”. In
feite niet zo toepasselijk, zou je zeggen, bij heel het kerstgebeuren, maar hoeveel
stoffige CD’s ik ook draai, hier kan zelfs Mahalia Jackson niet tegen op, laat
staan Joling op the Christmasstation.
Ik kreeg het filmpje gisteren op YouTube toegestuurd, via
Whatsapp. (Wie had dat gedacht in 1983?) En ik heb zo onbedaarlijk
hard gehuild van het lachen. Uitgebreid geLold en geRofld natuurlijk (Huh? in
1983). Wacht ik geef de link even mee:
De vieze man van van Kooten, wát een kop en wát een
creativiteit. Gruwelijk geniaal! Ik heb het zeker al zeven keer bekeken!
Ik word er zo blij en vrolijk van. Feitelijk krijg ik er gewoon balle van in me
buik, bedenk ik me nu. Kerstballe dan maar? Vooruit, om een beetje in de sfeer
te blijven.