dinsdag 28 januari 2014

Vreugdevolle anticipatie

Eindelijk is de dag daar. Met een ferm rood kruis krassen we de laatste datum door.

Vandaag komen Opa en Oma. Met de caravan maar liefst, een spoor van 2700 kilometer achter zich latend. Ik tel daar stiekem nog wat bij op, want ze slaan nog weleens per abuis een iets te nauw landweggetje in en zie dan maar eens te keren met je Eriba. “Dat gáát niet An, je ziet toch, hier kan je niet zo maar draaien!” “Nou, er komt vast wel zo’n parkeerhaventje waar het breed genoeg is”, hoopt mijn moeder. Die ziet de bui al hangen. Dat wordt afkoppelen en dan éérst de auto en daarna pas de caravan omdraaien, er zorg voor dragend dat ze uiteindelijk weer op de juiste volgorde en in de juiste rijrichting komen te staan.  

Ik zit al de hele tijd te visualiseren hoe dat moet, want hoe je het ook wendt of keert, de auto moet voorbij die caravan, nou ja … 

“Parkeerhaventje?” ergert mijn vader zich nog even, net voordat het spektakel losbarst, “wie denk je dat er hier überhaupt gaat parkeren dan?”
Ik denk dan, nog stiekemer: “Wie dacht er überhaupt dat dit de weg naar Sevilla was?”
Maar goed, ik heb geen recht van spreken want ik dacht vroeger dat Bergen aan Zee in Noorwegen lag. 

Intussen zijn de voorbereidingen in volle gang. De bedden worden gelucht en opgemaakt. De doucheslang gerepareerd, de flessen Fino en Canasta Cream (Spreek uit op z’n Spaans  Kreejam, en het smaakt nóg lekkerder..) gekoeld en de ene tekening na de andere welkomstgroet wordt op papier gezet. “Hoe laat komen ze nou?” vraagt er iedere vijf minuten wel één van het grut, en ik heb geen idee, want mobiele telefoons zijn er nog niet. Dat ze nog naar school moeten valt even tegen; stel je voor dat ze in de tussentijd ….

Gelukkig, dat gebeurt niet. De oudste twee stellen zich na schooltijd strategisch op langs de stoeprand. Op hun klapstoel gezeten spieden hun ogen onophoudelijk de weg af. Het ongeduld druipt ze uit de poriën.  

Als dan eindelijk het moment daar is dat het lange wachten wordt beloond en er hoop, in de vorm van een caravan (verrassende combi: hoop en caravan), gloort aan het eind van de horizon, springen ze op, klappen hun stoel op en racen naar binnen. De spanning is te groot… 

De komende zes weken zijn absoluut gedenkwaardig, maar lang niet zo onvergetelijk als het moment waarop de voorpret werkelijkheid wordt… 

 

donderdag 16 januari 2014

Lekker bezig


Er is maar weinig nodig om m’n dag te ‘maken’ ervaar ik steeds vaker. Het is ongelofelijk wat er allemaal gebeurt, als je een beetje oplet. 

Stel het is grote vakantie en je kinderen hebben 3 maanden vrij. Dat is best lang als je bedenkt dat het iedere dag een paar graden warmer wordt. En dan beginnen we niet bij nul hè! Dus trek je van tijd tot tijd je creatieve trukendoos open, want vakantie is één, maar er moet natuurlijk  wel ontwikkeld worden. Je ondersteboven van een glijbaan in het ondiepe water van het plasticbadje te pletter laten vallen, het blijft een feest en dat slaan we natuurlijk ook geenszins over, maar we hebben óók talent voor creatief, met kurk bedenk ik me nu. Dát is nog eens een gouden plan, bij gebrek aan penselen. Die verkopen ze in Spanje namelijk niet op iedere hoek van de straat. Dáár moet je voor naar de Toys are Us in el Paseo en geloof me, dat is geen sinecure met en één stuiterbal in je baarmoeder en drie achterin een auto, waar Amerikaanse Ann schande van spreekt: “Don’t let your wife drive in that tin can R.” Maar wij vinden het een geinig bakje, voor Nederlandse begrippen weliswaar, want geen airco en dat fnuikt op zo’n dag. 

However, ik blijk ze nog in huis te hebben en dus gaan we schilderen. Dat plan wordt behoorlijk positief opgepikt. Er is in ruime mate sprake van voorpret, zullen we maar zeggen, en dat dit de halve pret is, is maar goed ook, want veel leuker wordt het niet…  

De oudste, op het punt om haar reeds vermoede aanleg bevestigd te zien, haalt namelijk met een bloedserieus gezicht de door mij gefröbelde ezel tevoorschijn en ja, dan wil de rest die ook gebruiken… Voor je het weet druipt de verf van de ruiten, wel aan de buitenkant gelukkig, want dat is zo fijn van Spanje, alles buiten.
 
Het kost me een hoop gevloek om een ieder op z’n eigen papier te laten werken (mislukt, gracias numero dos…) en nog meer zweet om bloed en tranen bij nummer drie te voorkomen. Die (nog net geen anderhalf) klimt van drift bovenop de tafel;  gewoon áchterlijk dat zij daaraan moet zitten, terwijl de andere twee met hun paletje achter hun nep-ezels mogen staan … En dan is nummer vier zijn kleuren al aan het mengen, dat voel ik gewoon…  

Opeens zie ik mezelf staan ploeteren. Ik gooi m’n hoofd naar achteren en barst in lachen uit als ik naar die fanatieke koppies kijk. Veel mooier kan het leven toch niet worden?? 

Goh, en dan had ik het ook nog willen hebben over de onverwachte specht in de tuin en het misverstand op de vensterbank in de vorm van een Boedha, de tuinkabouter van de 21ste eeuw, daar moest ik gisteren zo om lachen… nou ja…
 

vrijdag 10 januari 2014

Naïef

Tjeetje. Ik krijg op mijn kop. Alwéér. Dat het lijkt alsof we welvarend zijn en een luxeleventje leiden. Dikke Spanjeverhalen, torenhoge dierenartsrekeningen, tennisafspraken. Wat moet de aandachtige lezer wel niet denken? “Ja, maar lieverds, ik schrijf voor mezelf hoor, hoe vaak moet ik dat nog zeggen? Trouwens, iedereen mag denken wat ie wil.”
 
En wat denken zíj dan wel, de bemoeiallen!  Dat ik mezelf de in put ga zitten typen door het alleen maar te hebben over verstopte leidingen en aangevreten elektriciteitsdraden. Dat doe ik toch al genoeg? En alsof ik daar zelf op zit te wachten. Dat weet ik allemaal allang. Dit blogje is juist bedoeld, door mij, om even lekker te ontsnappen aan de harde realiteit van verval, pensioenbreuken en ongelikte wethouders. Om even mijn status van blij ei te upgraden. Want die schijn ik te hebben. Tenminste, dat werd me verteld en wie ben ik… ?
 
Het was overigens net zo complimenteus bedoeld als het klinkt, maar hoe langer ik er over nadenk, hoe positiever en toepasselijker ik het vind. Zijn we immers niet allemaal bezig met loslaten en spiritueel ontwaken? Nou ja allemaal.., na een zekere leeftijd bedoel ik natuurlijk, dan ga je toch anders in het leven staan? Proberen om in het hier en nu te leven en meer Carpe Diem enzo? Niet?? Nou ik wel! Ik weiger gewoon ongelukkig te zijn. Ik beschouw mezelf echt niet als een huppel***je maar ik zie wel hoe gezegend ik ben, ondanks het feit dat het weleens tegenzit.
 
Zo, dat lucht op. 
 
Hè, had ik net willen vertellen hoe goed ik bezig ben. Om te beginnen heb ik een nieuwe stofzuiger gekocht voor de steeds maar weer opdoemende dennennaalden. Dan ben ik samen met mijn vriendinnetjes, vrijwillig, de nieuwe website van de Voedselbank aan het afronden, moet alleen nog een vlammetje onder voor de lancering. Verder heb ik me voor verschillende zelf-ontwikkelende cursussen opgegeven, joehoe!!
Dat komt nu toch in een ander daglicht te staan. Want weliswaar ter lering ende vermaak, maar inderdaad, de schoorsteen rookt er niet van. (De openhaard trouwens wel, poeh hé, maar dat is een ander hoofdstuk.) Dus mag ik er dan niet van genieten??? Er niet over schrijven..?? Sorry lieverds, ik doe het gewoon. Dit eitje heeft een stevige schaal… 
 
P.S. Ik zoek nog wel een baantje…

 

maandag 6 januari 2014

Kat van de rekening..

“Hij heeft dus last van zijn rechtervoorpoot zegt u?” “Ja, of van zijn linker…”
Ze denken vast dat ik gek ben, daar aan de andere kant van de lijn en geef ze eens ongelijk. Maar het is de waarheid en dat bevestigt ook de dierenarts, later op de middag. Het is die dierenarts waar het ooit mee begon. Dat wil zeggen, de dierenarts waarbij we terechtkwamen met Muis, toen het eigenlijk al te laat was.. De onverschrokkene, in het harnas gestorven zullen we maar zeggen, de kat dus, niet de arts.
De laatste had toen al, en heeft nog steeds, een indrukwekkende snor waarmee hij verdacht veel lijkt op de hond die in een schilderij staat afgebeeld als Napoleon. Dat schilderij of een replica ervan, hangt in de wachtkamer van de dierenartsenpraktijk. Dat Dr. van H. zelf ook een exemplaar van dat hondenras bezit verbaast mij niks en verklaart wie er op wie lijkt, en waarom toeval niet bestaat enzo.  

Hoe dan ook. Hij is zo’n toegewijde beroepsuitoefenaar die eerst ons huisdier suf knuffelt en hem het ene compliment na het andere in het rossige oor fluistert om zich daarna de haren van zijn doktersjas te schuieren met de treffende toevoeging: “Jongen toch, je verhaart zo verschrikkelijk, maar ja, dat wéér hè, vriezen, dooien, je wéét ook gewoon niet wat je aan moet trekken!!”. Tegen de kat nog steeds hè! Held! (Nu wel de arts.) 

Lang verhaal kort: de artrose bij de kat, genaamd Vos, heeft doorgezet van de achterhand naar de gewrichten aan de voorkant, waarbij de pootjes naar buiten draaien en de nagels vreemd afslijten, waardoor je in eerste instantie niet weet waar het het meest pijn doet. Dat betekent nóg aangepaster voer en iedere dag pijnstillers en of ik daar maar even wil afrekenen. Een niet zo mals bedrag verdwijnt van mijn rekening bij het drukken op OK. Ik begrijp ineens de invoelende houding van de arts;  zo houd je de klant welwillend. Toch moet gezegd dat ik even het gevoel krijg dat ik ook voor zijn knuffels betaal. 

Enigszins verhit kom ik aan bij mijn tennisafspraak. “Hoe is het met de kat?” Ik doe mijn verhaal waarop zij vraagt: “Wat kostte het?” Ik noem het bedrag. “En hoe oud is ie?” Ik antwoord: “Veertien” en kijk haar aan met een blik van waag het niet te zeggen, wat zeg ik, waag het niet eens te dénken!! En dat doet ze dan ook maar niet… ik ook niet trouwens, al sinds vanochtend niet…