maandag 30 december 2013

Verstopt


“Watte?” “Ja, witte!” Blijft leuk. Als het allemaal niet zo treurig was tenminste. 

Het begint al vóór de kerst: “Die gootsteen loopt niet door hoor, allebei niet trouwens.” “Dûh, ze komen in dezelfde pijp uit!” “Even met die plopper, waar is ie? Getverdemme, wat een lúcht..!”

Paar flesjes milieuonverantwoordelijke Musclepowergootsteenontstopper erdoorheen mieteren en dan je kop maar in het zand, want je moet er toch niet aandenken dat het probleem dieper zit. Als dan de vaatwasser kuren krijgt en de hele keuken onder water staat, verdwijnt die kop nog dieper in datzelfde zand, want je moet er écht níet aan dénken..  Zonder al teveel resultaat helaas, dus als aanvulling op de Kerststress stopt ie voor de zekerheid diezelfde kop maar eens in de opengetrokken beerput in de tuin. “Caramba!!” Kom ik niets vermoedend aanfietsen, stap ik nog aan de overkant van de straat van mijn fiets om te kijken of ik door een drol ben gereden… Ook ziet het er niet zo lekker uit.. (understatement, red.) Tot aan de ellebogen in de drek om te hozen en te schrobben..  Zo werken we ons al ploppend door de Kerstdagen heen (lukt! red.).
Maar dan wordt het onhoudbaar, tijd voor broers en neven met veren. Blijkt een uitkomst. We tobben nog wat door met het in- en uitelkaar zetten van de vaatwasserpijpleidingen, schaffen zelf ook wat veren aan, maar nog vóór het nieuwe jaar loopt alles keurig door en hebben we ons de kosten van rioolmannen en nieuwe afwasmachines bespaard. En heel andere veren op heel andere plekken verdiend! Wat een opluchting!  

Word ik vanochtend wakker, zitten mijn oren verstopt! Wat? Ja inderdaad!
Kunnen pas vrijdag worden uitgespoten @#%*. Even overweeg ik de veer..  

Als ik op de fiets stap, op weg naar de apotheek voor de voorbereidende druppels, roept ie: “Neem ook watjes mee schat!” “Watte?” “Ja, witte!”
 

P.S. Bij het uitspoelen van mijn oren, op advies van de bijsluiter met de handdouche, blijkt het bad verstopt te zijn, zonder d(r)ollen, nu alleen de WC nog…

donderdag 19 december 2013

Feliz Navidad


Kerst lukt, hoezo Kerst lukt? Wrijf het er maar lekker in mijnheer Heijn. Zo zet zelfs de grootste kooknerd nog een prettig dinertje op tafel? Die leus stelt mij nou niet bepaald gerust... eerlijk gezegd krijg ik er de kriebels van. Want min of meer bedoeld als garantie, verwijst ie toch naar het feit dat het ook, eventueel, best mogelijk, zou kunnen míslukken. En als het inderdaad in de soep loopt (Soep?  God, wie maakt de soep??), hóe Kerstmislukt is dat? Dan moet je wel de grootste Kerstmislukkeling aller tijden zijn. 

Kerststress, wat een fenomeen evengoed. Kerstmis is vooral achteraf leuk is mijn ervaring. Als alle oh’s en ah’s qua tafelversiering zijn geïncasseerd. Als de kitschboom ‘leuk retro’ is gewaardeerd. Als de wijn zo rijkelijk heeft gevloeid en de stemming er zó goed in zat, dat zelfs de kliekjes van eergister op een Michelinster zouden hebben komen te staan. (Waarom serveer ik díe niet gewoon?). Ja, dan is het toch zó gezellig geweest. En dat herkennen ze blijkbaar heel goed op de communicatieafdeling bij de Appie.. 

En, even tussen ons gezegd en gezwegen, dan is het wel zo relaxed in Spanje. De familie komt veel liever in voor- of najaar, als het zonnetje non-stop schijnt. Dat ie ook uitbundig de kerstdagen verlicht is ons best bewaarde geheim. We trekken er al vroeg op uit voor een strandwandeling van hier naar Rota en terug. Onze rugzakken gevuld met alle resterende beschuiten, compleet met muisjes. Het weldadige weertje maakt onze picknick tot een feest. Als de oudste twee in het Engels én in het Spaans het Kerstevangelie beginnen te declameren word ik opslag gelovig, vooral als nummer drie met een serieus gezicht mee begint te knikken (heeft ze óók gehad op school). En intussen ligt ons olijfolie-kerstengeltje gezellig tegen mijn borst aan te kwijlen.  

Voor het Kerstdiner kiezen we voor ons lievelingskostje. Gefrituurde visjes van Romerijos. En dan vooral die 'met z’n staart in z’n bek'. (Ik krijg altijd akelige visioenen van hoe ze, in paniek, de hand aan zich zelf willen slaan op het moment dat ze de frituur zien naderen. Maar bij gebrek aan handen… fijne Kerstgedachte ook…!)  Glaasje wijn/prik erbij, Kerstboom, Villancicos, openhaard … vul maar in. Hoe mooi wil je het hebben?

Goh, inderdaad, Kerst lukt!!
 

 

zondag 15 december 2013

¡Friísimo!

“Mam, het is gewoon kindermishandeling”. (Daar had ze een punt... red.)

Als het zomervakantie is en je hebt eerst 3, later 4 kleine kinderen dan is dat heaven on earth, wonen in Spanje. Mens, je hoeft de deur niet eens uit. Met een tuin die niet onderdoet voor de Efteling, compleet met achtbaan en sprookjesbos vol dieren, al hebben we het dan niet over wolven, maar bijvoorbeeld over eerder genoemde kakkerlakken. En ook -nieuw- over pissebedden (ja, zonder n, snap jij het?). Wat de gevolgen op de lange termijn zullen zijn, dat valt nog te bezien, maar onze jongste raakt er maar niet van doordrongen dat deze niet voor consumptie geschikt zijn. “Wat heb je nou weer in je mond?” Negen van de tien keer vis je er dan een leeggezogen schildje uit. En dan is dit nog niet eens het kindermishandeling gedeelte!
 
Kwestie bij de huizenjacht was, wél of géén zwembad. God, wat ben ik blij dat we er geen hebben. Voor elke scheet moet je het hele stel mee naar binnen slepen, deur op slot (oei, dat klinkt op de één of andere manier veel onsmakelijker als het ook echt om een wc-bezoek gaat). Met het plastic gevaarte dat er nu staat heb je dat probleem toch minder…
 
Maar toch moeten ze leren zwemmen, want je gaat wel eens ergens op bezoek en ook de zee ligt naast de deur. Bovendien is een deel van het grut verslaafd aan het door de ouders heen en weer geslingerd worden in het grote zwembad van El Club. Na de siësta, overdag 40 graden immers, en in het weekend zijn we daar dan ook vaak te vinden. En blijken ze hier nou ook nog eens les te geven? De oudste twee kunnen iedere dag om 9 uur ‘s morgens terecht in een groepje van 15 kinderen. 

De allereerste keer. Goh, ze verversen het water, dat is fijn. Dat gebeurt, zo blijkt later, dagelijks. Al die tuinslangen en ik heb niks in de gaten, hoe is het mogelijk. Het valt me wel op dat de kinderen zo bibberen. Van de zenuwen denk ik nog. Die blauwe kleur doet ook geen belletjes rinkelen. Ja, beetje koud zeggen ze, dat wel. Niet zeuren jongens. En al maken ze zich de Spaanse hondjesslag in no-time meester en eindigt de oudste als kampioen op het schavot -oh glorie-, ik erger me toch aan de lusteloosheid van het groepje. Vooral van die van mijn zoon die zich steeds vaker langs het touw moet voorttrekken.

Op de allerlaatste lesdag denk ik, laat ik eens voelen. Waarom nu pas?! “t ’Is verdorie gewoon kraanwater!” Koud wel te verstaan. Zo’n 13 graden. Ja, na een hele dag zon zal het best opwarmen, maar om 9 uur ’s morgens, vers uit de kraan..

“Ja, dat zeiden we toch al! Het is gewoon kindermishandeling”… Je wordt inderdaad voor minder van de ouderlijke macht ontheven… maar, wat een bikkels van kinderen evengoed..!
 
 

dinsdag 10 december 2013

Held

Dat vind ik nog niet zo gemakkelijk. Natuurlijk ben ik gewoon een angsthaas die haar neus ophaalt voor onderkruiperig fauna, maar om mezelf nou als een verwend stadsmeisje neer te zetten, dat vind ik lastig. Ik heb er lang op zitten borduren, figuurlijk, want ook met naald en draad ben ik geen uitblinker. Maar in het kader van “Hoera, ik ben niet perfect!” omarm ik mijn imperfecties en ga ik met de billen bloot.  

Al doet het verhaal over de Spaanse ratten vermoeden dat kakkerlakken mij niet zoveel boeien, we laten natuurlijk niet voor niks de bestrijdingsdienst aantreden zodra het Cucarachaseizoen is geopend. Ik heb het in Nederland nog nooit gezien - hoezo stadsmeisje?- van die gasten met zo’n tank op d’r lui rug, met daaraan een slang waarmee ze lustig in het rond sproeien. Dat kan niet gezond zijn. Ik draag de kinderen dan wel op om twee dagen lang hun adem in te houden, toch voel ik me daar weleens ongemakkelijk over. Maar als die gepantserde krengen zich laten zien, dan piep ik wel anders.
Het zijn tuinkakkerlakken, maar dat wil niet zeggen dat ze zich niet binnenshuis begeven. En dan het liefst nog in de slaapkamers. Ze lopen schijnheilig rond te knisperen onder je bed, maar houden zich muisstil zodra je het licht aanknipt. Verraden door hun voelsprieten die net zo lang zijn als hun lijf, ontdek ik hun schuilplaats en geef ik opdracht ze te vermorzelen.  

Maar ja, dan moet hij op zakenreis… Gelukkig zijn opa en oma er. Nou hoef ik van mijn vader niet zo heel veel te verwachten op het insectenfront. Die laat voor een fruitvlieg nog de reddingsbrigade aanrukken: “An, pak een doek!” Ik snap het ook wel, want hij telt iedere ochtend trouw zijn muggenbeten en vergelijkt die met het aantal van mijn moeder.
Het staat 57 -2 voor hem.  

Sea como sea, je zal net zien dat op dát moment zo’n jongen ter grootte van een flinke Volkswagenbus mij naar het leven staat. Hij is zo razendsnel dat, al had ik het gedurfd, ik hem met geen mogelijkheid te grazen kan nemen. Ik raak volledig in paniek, zo allenig in mijn bedje. Mijn vader is nog op en komt aansnellen. Ik waarschuw hem en bij het zien van het gevaarte huivert hij een momentje. Dan trekt hij in één beweging zijn schoen uit en kraakt daarmee het schild van de voorbijsnellende kakkerlak. Ik weet niet wie het meest beduusd is van ons drieën… 

Al was dit zo’n uniek en volledig door het ruggenmerg geregisseerd moment van heldendom, dat bovenkomt als je kind in nood is en geeft het geen enkele garantie voor de toekomst; ik ben trots op hem! 
 

 

woensdag 4 december 2013

Hoe bevalt het in Spanje?


Als ze eindelijk bedaard is begint Esperanza te vertellen over een vriendin die verpleegkundige is in el hospital general. Daar is ook onze jongste zoon een paar maanden geleden geboren. Dát was nog eens een ervaring om over naar huis te schrijven. Bladzijden vol, voor- en achterkant. Want ik vind zwanger zijn en vooral bevallen al een avontuur, maar in Spanje, we schrijven de negentigerjaren, waan je je gemakkelijk een eeuw terug als het om baren gaat.

Met veel moeite vonden we een gynaecoloog die van de natuurlijke wijze waarop ik mijn nageslacht ter wereld placht te brengen weliswaar niet veel goeds verwachtte, maar het wel interessant genoeg vond to give it a shot.
Niet dat ie ook maar een woord Engels sprak trouwens. God, je snapt het niet. Met alle diploma’s die hij had behaald kon hij met gemak zijn wacht- en spreekkamermuren behangen. Dat had hij dan ook gedaan, maar Engels? Ni una palabra. Of ik het hem kon leren? Zijn zoon studeerde in Amerika en ze gingen hem bezoeken. Eerst maar eens zien wat je ervan bakt, bevallingsgewijs, dacht ik bij mezelf.

Al met al ben ik blij dat het de vierde was. We kwamen tot een bedenkelijk compromis nadat hij onze in begrijpelijk Spaans opgestelde wensen, eisen zelfs, vriendelijk weg had gelachen. En ach, wat maakt het uiteindelijk uit dat je niet thuis mag bevallen (“Haal het niet in je hoofd”, sprak hij in al even begrijpelijk Spaans), als je je zoon onder 25 groene operatietafellakens tevoorschijn ziet komen. De gynaecoloog keek erbij als een goochelaar die het kind er hoogst persoonlijk onder vandaan had getoverd. Ik gaf ‘m de credits want wát een prachtexemplaar konden we aan onze verzameling toevoegen!!

Maar waar was ik gebleven… o, ja… de vriendin vertelde over het hilarische verhaal dat nu al wekenlang de ronde deed in het ziekenhuis. Over een vrouw, uit één of ander derde wereldland. Zo’n halve wilde. Ze moest bevallen en het personeel viel van de ene verbazing in de andere. Zo wilde ze bijvoorbeeld geen infuus. Toen er een scheerkwast ten tonele verscheen werd die met mes en al de deur gewezen. Bovendien, en dát was het aller-oertijdachtigste aan het geheel, ze wilde geen ruggenprik!! “Nou ja, zeg" .. Een monitor? Niks ervan! Narcose tijdens de uitdrijving? Dacht het niet!        
Wel wou ze alléén op een kamertje, ergens achteraf. Toen de vader de toegang werd geweigerd door een potige broeder sloeg hij deze nog nét niet tegen de grond: HIJ WOU ER BIJ ZIJN..!!
Na één nacht stond de hele familie op de stoep om moeder en zoon op te pikken. "Pff.. alsof er kinderen toegelaten zouden worden in het ziekenhuis.. Wat zijn dat voor ongeciviliseerde lui…??" 

Esperanza hapt alweer naar adem en langzaam valt ook bij mij het kwartje…