woensdag 26 februari 2014

Wak


“Zo, dan glij je even in een wak!” .. zouden een paar van mijn vrienden zeggen.


Zoals al eerder vermeld was ik het helemaal niet van plan. Die Russen met hun homohaat en anderszins Middeleeuwse opvattingen. Ik gun ze het niet. Boycotten of in elk geval zo weinig mogelijk kijken. Dat zei ik vooraf want ik ken mezelf, dat wordt nooit helemaal niét kijken..


Maar voor ik het weet zit ik mijn hele dagprogramma om een parallelle afdaling op een snowboard heen te bouwen. Je gaat er eens lekker voor zitten, je knippert met je ogen en hóp, de Hollandse bijdrage is alweer voorbij. Ja, wat nu te doen? De rest van de middag naar allerlei onbekende snowboarders kijken en hopen dat ze vallen?? Inderdaad. Ik krijg een hekel aan mezelf. Ik heb verdorie zelf nog nooit op zo’n ding gestaan. 

Dwangneurotisch houd ik het programma bij de hand; blaf iedereen af die in de buurt van de afstandsbediening komt. Op schaatsloze dagen loop ik wat rond te drentelen en zet dan de TV toch maar aan, gewoon voor het Olympische gevoel. Als ik op een middag de lusten van het curling begin te bejubelen, schudt mijn huisgenoot weliswaar meewarig het hoofd, maar voelt zich pas genoodzaakt in te grijpen als ik de telefoon pak om Arie Koops te adviseren in de kwestie Bergsma… Enough is enough.. 

Als dan het laatste goud is binnengereden, sta ik met lege handen. Daar zal je ‘m hebben, het wak! Van schrik bel ik m’n moeder die het zo fijn vindt dat het zo’n kwakkelwinter was. Kwakkelwinter, denk ik bij mezelf? Ik heb nog nooit zoveel sneeuw en ijs gezien!!  

Maandagochtend stap ik nog steeds wat onthand op de fiets.
Maar oh, wat ruik ik? Zal dat de lente al zijn? Onderweg tel ik de krokussen en in mijn eigen tuin zie ik plots de sneeuwklokjes staan stralen in de zon. In één klap maakt Olympisch heimwee plaats voor hoop en verlangen en alles wat bij die eerste voorjaarsdagen hoort. Heerlijk! 

Niks wak… Wat ben ik blij dat het voorbij is allemaal!!! 

P.S. En wat heerlijk ook dat we niet gaan skiën!

vrijdag 14 februari 2014

Time flies and so do they..

Ik heb het natuurlijk allemaal al eens meegemaakt. Al drie keer zelfs.. Telkens was er sprake van : “Ja, het wordt tijd”. Trouwens: “Loslaten hoort erbij”. Bovendien:  “Het geeft de ander(en) lucht.” Of: “Het komt de relatie ten goede..” En meer van dat gecliché. Maar nu ligt het nét even anders. 

Al maanden zit ik te pushen, oh heel stoer hoor! “Ontwikkelen…!” beleer ik. “Je verantwoordelijkheid nemen” noem ik. “De mooiste tijd van je leven!” jubel ik.  En dat allemaal bovenop de reeds genoemde clichés… Er komt geen einde aan. Achteraf vraag ik me af: “Wie overtuigt wie in deze outfit??” 

Daar komt ie dan opeens met de mededeling: “Ik kan bij m’n broer gaan wonen!” “…!” “Zohoo, ja, nou, is dat even…leuk! .. voor jullie”. Het duurt nog wel even, hoor. Dus over tot de orde van de dag. 

Plotseling is er stress. Veel gepruttel over hoofdhuurderschap, gas-, water-, lichtaansluiting. WIFI , borg en wie-betaalt-wat? Nee, ik hoef me er niet mee te bemoeien: “Komt goed!”
Of ik trouwens wel even een dagje vrij kan maken. En een busje kan huren. Gezellig mee, ook, naar IKEA? En dan door de binnenstad dat bed ophalen? En dat kastje in elkaar zetten? Niemand die dat beter kan, zeg…dat weet iedereen!!
 
Dan begint het me te dagen. Ik ben een struisvogel.
Hup met die kop, tot aan de schouders in het zand. Dáár ben ik pas echt goed in. Weet ik eigenlijk wel wat dit betekent? De jongste, de baby, ja die olijfolieachtige, dat kan je toch niet bedenken. Ja, die andere drie worden groot en ouder en moeten hun eigen weg gaan. Maar hij…? Maar ik zei het toch allemaal zelf?? Over die verantwoordelijkheid en zo? Geloofde ik het wel? Hoorde ik het wel goed?  

Nu pas, als ik nog één blik op de nieuwe kamer werp, de spiegel een zetje geef, zodat ie recht hangt, nu dringt het tot me door. Het is zover. Dag lieverdje. Lieverdjes eigenlijk, want z’n broer ziet in elk geval één reden minder  om nog thuis te komen… “Ja, doei, mama, yo, bedankt hè, zie je vrijdag.. of zaterdag, of.. nou ja… we appen!! 

Weer één eruit. Time flies and so do they.. 

Maar het is nét even anders, de jongste en laatste…..Empty nest
 

dinsdag 11 februari 2014

De Feria iets minder nuchter bekeken

Ach ja, die Feria. Wat een ultieme verrassing. Ik ga hier echt niet beschrijven hoe het er uitziet. Je hoeft het woord maar te googlen onder afbeeldingen en je ziet wat het voorstelt. Dit komt echter nauwelijks in de buurt van de energie die dit ultieme Spaanse feestje  in zich draagt en uitdraagt. Voor een kleine week in een andere wereld. Vol zang, dans, cultuur en.. kermis, dat dan weer wel!
 
 
Ondanks mijn scepticisme vooraf ben ik natuurlijk wel benieuwd. Mijn kinderen raken aangestoken door de koortsachtige opwinding in de buurt en ik scoor een paar kant en klare jurkjes voor de meisjes. Compleet met lange oorbellen en hoge hakjes vult dat een ouderhart met trots. ¡Que guapas! Mijn zoon praat ik als Brugman in een broek met rode bretellen en een witte blouse met ruches (o, schaamte..) en diamanten knoopjes (o, grotere schaamte..). De hoed en de laarzen vindt hij wel cool, dus uiteindelijk ziet hij eruit om te gappen. 
 
Nu komen de Flamencodanslessen van pas. Die van de oudste twee dus, want ook daar zie ik mezelf, tussen de Amerikaanse dames, niet uit de pas gaan.
Al weken lang verzamelen zich in het buurthuis Spaanse kinderen om de beginselen van de Sevillana en Búleria onder de knie te krijgen. Op uitnodiging van mijn Spaanse juf voegen mijn twee bleekneuzen zich daarbij en ja, de oudste heeft talent, fantastisch vindt ze het. Maar dan nummer twee. Hij heeft er werkelijk zó weinig zin in dat ze na de derde les alvast een stoel voor hem klaarzetten. Hij weigert in iedere toonaard ook maar één danspas te verzetten. En dan is een uur stáán wel lang. (‘Doe dat joch op voetbal’, was mijn vaders commentaar, toen hij er eens getuige van was) .
 
Hoe dan ook, tijd voor de praktijk in één van de bruisende Casetas, waar de muziek uitnodigend klinkt. Zodra nummer één de dansvloer betreedt, zoekt haar broer een stoel. Pavlov? Hun kleine zus is nog wat terughoudend omdat ze harde geluiden verschrikkelijk vindt, maar de inspirerende handbewegingen die de volleerde danspassen van de oudste begeleiden, verleiden haar al gauw om ook mee te doen. De passie spat er vanaf bij de dametjes.
Ik neem nog maar eens een slok Jerez (Fino) waarvan de smaak slechts onder de Spaanse zon tot z'n recht komt. De Feria verovert mijn hart, en het Spaanse leven wortelt zich stevig in ons bestaan.
 
Deze momenten, daar gaat het toch om…?
 
 
 

zaterdag 8 februari 2014

Eén, twee, drie...

En dat terwijl ik eigenlijk tegen was. De verschrikkelijke opvattingen in dat land met de vleesgeworden aanklacht tegen de mensenrechten als president. En dan de bedragen die voor zo’n evenement worden neergeteld .. daarmee kan je hele continenten voor een paar jaar van voedsel voorzien. Moeten we niet boycotten en afzien van de zware delegatie? 
 
Wat voel ik me hypocriet als ik mezelf hoor instemmen met de stelling dat we de sporters er niet mee lastig moeten vallen…. 
 
 
En nu is het zover… Waar ik het moet zoeken? Ik weet het niet. De gieren zenuwen door m’n broek.(LOL) Ik zoek contact met allerlei familieleden die me uit een soort medelijden af en toe een hart onder de riem terug whatsappen. En dit is nog maar de 5 kilometer. Bij de 10 ben ik waarschijnlijk rijp voor het slachthuis. En dan hoef ik zelf nog niet eens te schaatsen. Want daar gaat het over. Daar gaat het de hele tijd over bij ons thuis.. Ik weet het, ik leef me teveel in, ben te betrokken, het is een tikje ziekelijk, maar ja, ik hou ervan.
En zeg nou zelf.. het is toch fantastisch wat onze jongens  neerzetten?
 
Er was trouwens een tijd dat de wenkbrauwen nog niet bedenkelijk omhooggingen als ik mezelf verloor in verhalen over de topprestaties van mijn idolen. Een tijd dat mijn enthousiasme nog aanstekelijk was. Daar denk ik  op dit soort momenten heel graag aan terug:  
 
We schrijven de jaren negentig
Er worden heel behoorlijke rondetijden geschaatst bij ons in de huiskamer, op sloffen weliswaar, maar toch. Ik geniet van deze erfelijke belasting. Met rode wangen van de opwinding staan we op de banken te springen en te schreeuwen: ‘Falko, Falko!!’ 
 
Euforisch zijn we als hij wint. Geëmotioneerd zitten  we voor de ceremonie protocollaire van de prijsuitreiking. Falko Zandstra krijgt een schaal met inscriptie uitgereikt.  Met grote ogen kijkt de oudste (bijna 5) toe: “Waarom,  krijgt Falko een bord?” Voor ik kan antwoorden slaat nr. twee (3 jaar) ons met logica om de oren: “Nou, dan kan Falko eten!”
 
 

donderdag 6 februari 2014

Wie draagt de Bolletjesjurk?


Laat ik het eens hebben over de Feria. Als fenomeen. Ik ga er niet over liegen. Ik ben een Nederlandse van boven de rivieren, uit elitair Den Haag. Na een uitstapje in het wereldse Amsterdam (nou ja, Minervalaan, Willemsparkweg, Weteringschans, het kón minder) kwam ik op de Gooische matrassen terecht. Waarmee ik maar wil zeggen: “kan ik er wat aan doen?”
Het is echt niet zo dat ik niet van feestjes houd, of van dansen. Laten we het erop houden dat ik een ‘omgevingbepaald’  broertje dood heb aan alles wat met verkleedpartijen te maken heeft. En dan is de Feria wel even wennen.  

Weken tevoren is het hele dorp in rep en roer. Door de ene helft van de bevolking wordt er net zolang stof met bolletjes vergeleken,  besteld,  gekocht,  geknipt,  gespeld,  gepast en genaaid totdat het een pracht van een jurk is, terwijl de andere helft pak en hoed van vele jaren her nog eens van wat stof ontdoet en el traje op een knaapje aan de kastrand  hangt. 

Tot nu toe een pittoresk beeld dat ik schets. En ja, dat vind ik echt. Bovendien moeten die Spanjaarden dat zelf weten. Het is een volk vol passie en Duende en ik snap dat ze aan de alles overheersende innerlijke roep tot fiesta gehoor moeten geven.

Maar mij krijg je niet in zo’n geval. Ik heb bij toeval een passessie mee mogen maken van een stel Amerikaanse vrouwen, die zich met moeite in een zo’n jurk wisten te persen, waardoor hun cultuurbepaalde rondingen, door de overvloedige lunares, nog eens een extra oppepper kregen. Ik wist voldoende…   

Maar dan is het zover en ik weet niet wat ik meemaak. Mijn hoofd tolt, natuurlijk van alle lunares, en vergeet de Fino niet, maar jongens… Het is niet zo maar een feest, dit is kunst en cultuur pur sang: una manera de vivir.  Muziek, dans, kostuums, paarden, jerez.. Zo kunnen alleen Spanjaarden het.  Dat vinden ze zelf ook. Ik ben voor de rest van mijn leven onder de indruk van de jonge Spaanse vrouw die mij met schitterende ogen meedeelt: “Wat ben ik blij dat ik Spaanse ben en op de Feria al dansend mijn zorgen kan vergeten ..” 

Ik ga voor hemelsblauw volgend jaar, met witte bolletjes…

 

zondag 2 februari 2014

Despedirse... :(

Get, wat zijn we jong eigenlijk en onbedachtzaam. De toekomst lijkt zo oneindig. Granada, Córdoba, zoveel wensen en verlangens die we op de lange baan schuiven; nog mogelijkheden genoeg, toch? We hebben de tijd! 

En nu is het te laat voor spijt, want het einde komt in zicht. Het dubbele gevoel daarover weegt tonnen in mijn maag. Niks is meer vanzelfsprekend. Als ik in mijn vuurtorenrode karretje de kinderen naar school breng, reken ik onbewust uit hoeveel keer we dit ritje nog te goed hebben. Ik bestel een extra cafe con leche met mijn vriendinnen uit alle windstreken en knik nog eens vriendelijk Buenos días naar alle tuinmannen die in hetzelfde barretje, met hark en hond, al aan de Brandy zitten, om tien over tien por la mañana. 

Ik doe mijn boodschappen in de buurtsuper en mopper niet eens op het gebrek aan parkeerplaatsen, want een volgend toeristenseizoen zal ik hier niet meemaken. Ik besluit eerst nog een bezoek aan de Viveros te brengen. De oude verkoper zoent me nog net niet op de mond als hij ziet welke hoeveelheden keramiek ik bij hem afreken, voor thuis, om Spanje vast te houden. 

Thuisgekomen zucht ik diep en Esperanza zucht nog dieper met me mee. De taal van weemoed is grenzeloos.. Ik grijp mijn olijfoliebolle baby, die overigens, net een jaar oud, opeens kan lopen en de harten van iedere Spanjaard steelt met zijn guitige blik en wankele schreden. Wat zullen ze hem missen. Ik vis een van de laatste pissebedden uit zijn mond, prop hem in de wandelwagen en ga lopen, naar zee.. 

Via c/Bergantín en c/Clipper de kustlijn tegemoet. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes tegen het felle zonlicht dat weerkaatst wordt in de zacht golvende zee. Costa de la Luz zeg ik hardop. De hoeveelheid wisselingen van hormonen zal er geen goed aan doen, dat weet ik zeker, maar feit is dat ik het weer eens niet droog houd. Het emotioneert me ieder keer, dat zilveren licht op die azuurblauwe zee, maar de wetenschap dat het nooit meer mijn, onze Costa zal zijn, op tien minuutjes lopen van huis…