“Uitgebeld meneer Nussen?”
Maria, de thuishulp, kijkt hem aan, terwijl ze haar dweil
in de gootsteen mikt.
“Zeg toch, Jan!”
“Menéér Jan dan, anders voel ik me oneerbiedig.”
Jan rolt met z’n ogen maar reageert niet, al zou hij zou
haar het liefst willen zeggen dat dát pas oneerbiedig is, hem op zo’n manier
confronteren met zijn leeftijd. Hem in feite zo’n oude sok vinden, dat ze het
niet voor elkaar krijgt hem gewoon met Jan aan te spreken. Maar het telefoontje
heeft hem meer uitgeput dan hij wil toegeven.
“Wat gaan we doen?”
“Douchen.”
Maria kijkt spijtig naar de roze keukenhandschoenen aan
haar vingers. Kon ze die maar aanhouden! Maar meneer Jan wassen met
handschoenen aan, dat zou het toppunt van oneerbiedigheid zijn, dat begrijpt
Maria ook wel.
Ze gluurt uit haar ooghoeken naar hem, terwijl hij zich
omzichtig begint uit te kleden. Het is geen kwaaie hoor en ze heeft geen hekel
aan hem, maar hem douchen is nu niet bepaald haar hobby.
Zo krom en uitgemergeld als hij, naakt, de
badkamerdrempel over stapt. Zich vastklampend aan de wastafel, zijn haar in
slierten over zijn gezicht. Onvermijdelijk verschijnt het beeld van Gollem in
haar hoofd. Een beschaamde glimlach trekt over haar gezicht bij deze gedachte en
Jans scherpe ogen, die hij óók aan dat Lord
of the Rings karakter ontleent, spuwen vuur, omdat hij haar schaamte voor
minachting houdt. Voor hij iets kan zeggen trekt Maria hem onder de warme
straal, die hem doet huiveren van genot.
“Ahh.. lekker!”
“Ja meneer Jan, twee keer per week douchen we, nodig of
niet”.
Lachend steekt Maria een washand tussen z’n schompige billen.