maandag 6 januari 2014

Kat van de rekening..

“Hij heeft dus last van zijn rechtervoorpoot zegt u?” “Ja, of van zijn linker…”
Ze denken vast dat ik gek ben, daar aan de andere kant van de lijn en geef ze eens ongelijk. Maar het is de waarheid en dat bevestigt ook de dierenarts, later op de middag. Het is die dierenarts waar het ooit mee begon. Dat wil zeggen, de dierenarts waarbij we terechtkwamen met Muis, toen het eigenlijk al te laat was.. De onverschrokkene, in het harnas gestorven zullen we maar zeggen, de kat dus, niet de arts.
De laatste had toen al, en heeft nog steeds, een indrukwekkende snor waarmee hij verdacht veel lijkt op de hond die in een schilderij staat afgebeeld als Napoleon. Dat schilderij of een replica ervan, hangt in de wachtkamer van de dierenartsenpraktijk. Dat Dr. van H. zelf ook een exemplaar van dat hondenras bezit verbaast mij niks en verklaart wie er op wie lijkt, en waarom toeval niet bestaat enzo.  

Hoe dan ook. Hij is zo’n toegewijde beroepsuitoefenaar die eerst ons huisdier suf knuffelt en hem het ene compliment na het andere in het rossige oor fluistert om zich daarna de haren van zijn doktersjas te schuieren met de treffende toevoeging: “Jongen toch, je verhaart zo verschrikkelijk, maar ja, dat wéér hè, vriezen, dooien, je wéét ook gewoon niet wat je aan moet trekken!!”. Tegen de kat nog steeds hè! Held! (Nu wel de arts.) 

Lang verhaal kort: de artrose bij de kat, genaamd Vos, heeft doorgezet van de achterhand naar de gewrichten aan de voorkant, waarbij de pootjes naar buiten draaien en de nagels vreemd afslijten, waardoor je in eerste instantie niet weet waar het het meest pijn doet. Dat betekent nóg aangepaster voer en iedere dag pijnstillers en of ik daar maar even wil afrekenen. Een niet zo mals bedrag verdwijnt van mijn rekening bij het drukken op OK. Ik begrijp ineens de invoelende houding van de arts;  zo houd je de klant welwillend. Toch moet gezegd dat ik even het gevoel krijg dat ik ook voor zijn knuffels betaal. 

Enigszins verhit kom ik aan bij mijn tennisafspraak. “Hoe is het met de kat?” Ik doe mijn verhaal waarop zij vraagt: “Wat kostte het?” Ik noem het bedrag. “En hoe oud is ie?” Ik antwoord: “Veertien” en kijk haar aan met een blik van waag het niet te zeggen, wat zeg ik, waag het niet eens te dénken!! En dat doet ze dan ook maar niet… ik ook niet trouwens, al sinds vanochtend niet…

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

:)