En nu is het te laat voor
spijt, want het einde komt in zicht. Het dubbele gevoel daarover weegt tonnen in
mijn maag. Niks is meer vanzelfsprekend. Als ik in mijn vuurtorenrode karretje de
kinderen naar school breng, reken ik onbewust uit hoeveel keer we dit ritje nog
te goed hebben. Ik bestel een extra cafe
con leche met mijn vriendinnen uit alle windstreken en knik nog eens
vriendelijk Buenos días naar alle
tuinmannen die in hetzelfde barretje, met hark en hond, al aan de Brandy
zitten, om tien over tien por la mañana.
Ik doe mijn boodschappen
in de buurtsuper en mopper niet eens op het gebrek aan parkeerplaatsen, want een
volgend toeristenseizoen zal ik hier
niet meemaken. Ik besluit eerst nog een bezoek aan de Viveros te brengen. De oude verkoper zoent me nog net niet op de
mond als hij ziet welke hoeveelheden keramiek ik bij hem afreken, voor thuis,
om Spanje vast te houden.
Thuisgekomen zucht ik diep
en Esperanza zucht nog dieper met me mee. De taal van weemoed is grenzeloos..
Ik grijp mijn olijfoliebolle baby, die overigens, net een jaar oud, opeens kan
lopen en de harten van iedere Spanjaard steelt met zijn guitige blik en wankele
schreden. Wat zullen ze hem missen. Ik
vis een van de laatste pissebedden uit zijn mond, prop hem in de wandelwagen en
ga lopen, naar zee..
Via c/Bergantín en c/Clipper de kustlijn tegemoet. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes tegen het
felle zonlicht dat weerkaatst wordt in de zacht golvende zee. Costa de la Luz zeg ik hardop. De
hoeveelheid wisselingen van hormonen zal er geen goed aan doen, dat weet ik
zeker, maar feit is dat ik het weer eens niet droog houd. Het emotioneert me
ieder keer, dat zilveren licht op die azuurblauwe zee, maar de wetenschap dat
het nooit meer mijn, onze Costa zal
zijn, op tien minuutjes lopen van huis…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
:)