Ze vinden het dus gek. Dat het niet klopt wat ik schrijf.
Ik kijk ze een beetje glazig aan. “Huh?” zeg ik, “wat dan?” Nou gewoon, dat het
niet een maand voor vertrek was, bijvoorbeeld, van die rat. En dat ik heus wel
wist dat er dooie ratten in de tuin lagen, toch? En ben ik soms vergeten hoe
heroïsch onze kat Muis met een rat tussen zijn tanden het keukenraam
binnensprong?
Mijn bek valt open, eerlijk waar! Zouden ze het niet
snappen? Niet beseffen dat hun waarheid misschien niet mijn waarheid is? Dat
mijn waarheid het product is van een intensief en creatief proces, waarvan het
voornaamste ingrediënt fantasie is, overgoten met een sausje van doordraverij?
Cultuurbarbaren. Voor straf hou ik een uitgebreid betoog. Over hoe een op
waarheid gebaseerd gegeven zich in mijn hersenpan ontwikkelt tot een verhaal.
Met kop en staart en een hoop kill your
darlings en dat de cirkel na afloop rond is. En dat het ... ja, en nu even
wakker blijven graag … een schande is dat zij dat niet begrijpen! Een schande! Een
gebrek in de opvoeding wil ik zeggen, maar dat hou ik gelukkig nog net binnen.
< Tussenstand:
·
Zó verontwaardigd
waren ze nou ook weer niet
·
Zó
verongelijkt was ik nou ook weer niet
·
Zó uitgebreid
was het betoog nou ook weer niet
·
Maar wel langdradig
·
Iedereen
in de familie heeft last van op hol geslagen fantasie
·
Niet
iedereen heeft last van míjn op hol geslagen fantasie
Geef toe: zó is er toch geen lol aan? >
Of de werkelijkheid misschien niet goed genoeg is, vragen
ze. En daar hebben ze een punt. Er gebeurt altijd wat. Neem gisteren: “Hoe was
je dag schat?” “Nou best druk, via Veghel en Uden naar Amsterdam en toen karten
in Huizen!” Boeiend?? Nog niet echt, maar dan: “Ik liep ik dus in een hele lange
gang een berichtje te typen én ik had ongelofelijk veel haast. Met een vaartje
van, wat zal het zijn, toch zo’n 7 kilometer per uur klapte ik, Kabám, tegen zo’n glazen deur. Ik sloeg
achterover tegen de grond en heel even werd het zwart voor m’n ogen. Snel stond
ik op en keek om me heen, gelukkig niemand te zien. Poeh, dizzy hoor, en toen
moest ik nog gaan karten.”
En dan vanochtend, voor dag en dauw: “Me portemonnee..! Weg..”
ik draai me nog eens om, what else is new,
immers? Maar er moet worden gezocht en getennist, oh ja. Na een uur terug, met een enkel zo groot als een
struisvogelei, veel gekerm, Rescuezalf en nog steeds geen portemonnee. Maar ja,
die blijkt in Amsterdam onder een autostoel te liggen…
Best hectisch de naakte waarheid, maar hilarisch? Mwah …
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
:)