En toen:
Die extra n.. hoe zat dat ook al weer? O ja, die is erin
geslopen toen Dorrit dat woord voor de allereerste keer in haar leven uitsprak, met n en
al. We komen uit het Gooi. Vandaar misschien?
Een rat is niet iets alledaags voor mij en ik ben er niet
dol op. Vandaar dus, Getverdemmen.
Hé, een waterrat, dacht ik daarna.
Dat zei mijn vader tegen mij, vroeger, omdat ik zoveel van
zwemmen hield.
Waterrat, waterrat, wat klonk dat raar en klopte het wel?
Bestond dat woord wel? Was het niet waterrad, met een d,
zo’n ronddraaiend ding in het water? Had hij zich vergist, mijn vader, gedacht
dat het rad een rat was?
Had ik dus mijn hele leven gedacht (behalve op de momenten
dat ik er niet aan dacht; dat waren er gelukkig veel meer dan dat ik er wel aan
had gedacht) dat een waterrat een dier was, dat van water hield, net als ik?
Behalve dan als ik er aan had gedacht dat er zich mogelijk ook andere waterratten
ophielden in hetzelfde water. Zoals de rat in kwestie. Dan had ik veel minder van
dat water gehouden. Om in te zwemmen dus.
Ik was even helemaal van slag.
Dat ik op mijn leeftijd nog tot inzichten kon raken die knaagden
aan een oude overtuiging -heel adequaat in dit verband, bedacht ik direct-.
Onmiddellijk viste ik mijn smartphone uit mijn zak. Ook dat
vissen gaf me een heel bewuste taalsensatie, met al dat water om me
heen. Ik glimlachte erbij.
Google stelde mij gerust; het bestond allebei. Toch had ik
er nooit bij stilgestaan.
Waterrat en waterrad.
Ik denk dat die gedachten nog geen minuut hebben geduurd,
met googlen erbij nog geen twee.
Wat als ik mijn gedachten loslaat?
Lekker rustig, maar dan mis ik ook een hoop!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
:)